Druilerige maandagochtend in Warschau

Eenmaal aangekomen in Warsawa dacht ik puur op de herinnering van vijf jaar geleden naar hetzelfde hostel als waar ik toen zat te kunnen rijden. Als ultieme blijk dat ik overal ter wereld thuis ben. Ik had nog het beeld in mijn hoofd dat ik aan mijn rechterhand het enorme Kulturpalast passeerde, de straat rechtdoor reed en in een zijstraat een binnenplaats op moest. Nu kan je het vierkante plein waar dit Kulturpalast staat op vier manieren aan je rechterhand passeren en ik raakte het spoor volledig bijster. Na twee uur rondrijden zag ik in mijn ooghoeken ergens ‘hostel’ staan en toen ben ik daar maar gaan slapen. Dit was verder ook een prima hostel. Als cadeau aan het Poolse volk mochten de inwoners van Stalin kiezen tussen een hoge toren of een metronet. Massaal kozen de bewoners voor de metro, maar het moest wel een gift blijven, dus besliste Stalin dat het een toren werd. Het gigantische bouwwerk torende hoog boven alle overige bebouwing uit, zodat de bewoners er elke dag aan herinnerd werden hoezeer ze keer op keer in de geschiedenis door de Russen en door Stalin in het bijzonder zijn gepakt. Pas twee dagen later heb ik doorgekregen dat ik de bewuste straat met een straat parallel daaraan heb omgewisseld en dat ik de zijstraat in plaats van rechts links in had gemoeten. Zat ik de eerste keer toch bijna goed. Het blijkt maar weer dat ik het ‘me thuis voelen’ toch meer in mijzelf moet zoeken. Het hostel was overigens allang opgedoekt.

Plaats een reactie